
Spreekwoorden: (1914)
Iemand in het ootje nemen,d.w.z. iemand tot mikpunt zijner spotternij nemen, hem in de maling nemen, hem beetnemen; eig. een kring om iemand maken en hem dan bespotten; zie hiervoor M.z.A. 30. Vgl. voor deze verklaring Noord en Zuid XIX, 168 en Olipodigro I, anno 1654, bl. 117:
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iemand in het ootje nemen,d.w.z. iemand tot mikpunt zijner spotternij nemen, hem in de maling nemen, hem beetnemen; eig. een kring om iemand maken en hem dan bespotten; zie hiervoor M.z.A. 30. Vgl. voor deze verklaring Noord en Zuid XIX, 168 en Olipodigro I, anno 1654, bl. 117:
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.